De belevenis van een Smalrug

Het moet ongeveer in de zomer van 2012 zijn geweest. Een hete zaterdag, begin augustus. Het was rond 13.00 uur en bloedheet, zó heet dat je niet wist waar je moest kruipen. Zoals ze dan vaak zeggen: ‘de mussen vielen dood van het dak’. Ik had een plek gevonden achter het huis, in de schaduw, met uitzicht op de molen ‘De Kievit’. De molen was ook een beetje het enige waar ik nog een beetje blij van werd. Als een Kievit keek hij mij aan, met een prachtige blauwe achtergrond en de zon vol erop.


Mijn vrouw kwam met een tapasplankje naar buiten; ze had ondanks de hitte de tijd genomen om wat blokjes kaas en komkommer te maken. Ik keek ernaar, maar had geen trek.
“Toe maar… komkommer is lekker fris.”
Ik lag achterover en had alleen nog het gezicht op de molen gericht. Even later vroeg ze:
“Hee, heb je geen updates voor Ingrijpskerk.NL?”
“Nee… het is komkommertijd.”
Ik nam toch maar een schijfje komkommer.


Met mijn mond nog vol zag ik ineens Oege boven op de molen staan. Ik zag hem heen en weer lopen en met volle mond zei ik tegen mijn vrouw:
“Kijk nou joh… die is gek.”
Met zijn beige-achtige overall begon hij langzaam de wieken te verzetten en het enige wat ik dacht was: “Hij is gek…met dit weer… en geen zuchtje wind...jongen jongen toch, dat wil toch niet.”
Ik schudde nee met mijn hoofd en hoorde mijn vrouw in de verte nog iets zeggen als:
“Ik ga naar binnen, het is hier in de schaduw zelfs te heet.”
Ik was Oost-Indisch doof en staarde alleen nog maar naar de molen. Ondertussen liep er een enorme zweetdruppel van mijn voorhoofd over mijn wang. Ik was te beroerd om het zweet weg te vegen en zag dat Oege de wieken mijn kant opdraaide. Zo eigenwijs als ik soms ben, mompelde ik in mezelf:
“Geen wind, Oege... lukt niet.”


Vijf minuten later: de wieken draaiden! Weliswaar langzaam, maar toch — ze draaiden. Even later kwam er zelfs wat gang in en voelde ik voor het eerst een kleine windvlaag over mijn voorhoofd.
Mijn vrouw kwam weer naar buiten, zag het ook en zei:
“Oege zet de waaier aan!”
Ze ging weer naast me zitten en ik zei, een beetje opgetogen:
“Nou, ik wil niet veel zeggen, maar ik voel wind.”
Ik toverde een brede glimlach op mijn gezicht en dacht: die Oege is zo gek nog niet.


Ik weet nog dat we in het voorjaar van 2011 ons huis voor het eerst gingen bezichtigen, tijdens een openhuizendag. Ik moest zelf bij mijn eigen huis in Grootegast aanwezig zijn, want ik had toen mijn woning te koop staan. We hadden serieuze plannen om terug te keren naar Grijpskerk.
Mijn vrouw bezocht destijds alle huizen in Grijpskerk. Ze kwam enthousiast terug en zei:
“Ik heb met die mensen een afspraak gemaakt, zodat we om vijf uur nog een keer kunnen kijken.”
Opgetogen als ik was, stond ik even later in Grijpskerk onze toekomstige woning te bekijken. Ik weet nog dat ik buiten stond met de toenmalige eigenaar en dat mijn oog meteen viel op de molen. Ik zei:
“Wat een prachtig uitzicht, zeg!”
De eigenaar zei meteen:
“Nou prachtig… er zit ook nog een zeer actieve molenaar op en dat is erg irritant.”
Mijn mond viel open van verbazing. In de auto op de terugreis zei mijn vrouw:
“Wat keek jij die man stom aan! Je had je mond wagenwijd openstaan, er kon verdorie een aardappel naar binnen.”
“Weet je wat hij wel niet zei?”
“Ja dus... is zijn mening toch?”
“Ach kom op… hij zei dat als de molen op zaterdag draaide en hij zijn was deed, hij steeds het gevoel had dat hij een klap van de molenwiek kreeg door de weerspiegeling. Ik zeg je, lieverd: HIJ HEEFT EEN FLINKE KLAP VAN DE MOLENWIEK GEHAD!”
“Ja, nu weet ik het wel... je hoeft niet te schreeuwen, ik zit naast je.”
“Weet je waar ze heen gaan verhuizen?”
“Dat boeit mij toch niet, als wij maar naar Grijpskerk gaan.”
“Ja, weet ik... maar ze gaan naar Swifterbant! Je weet wel... daar staan honderden, zo niet duizenden windmolens. Nou, dat is pas een mooi gezicht! Dan is zo'n molen in Grijpskerk toch honderd keer mooier... nee wacht... EEN MILJARD KEER MOOIER!”
“Schreeuw niet zo... er zijn nou eenmaal mensen die een andere mening hebben.”
Ik stopte met de discussie. Het enige wat ik nog deed, was met mijn hoofd schudden.
Onderweg zei ik niets meer. Ik reed de auto op het heem in Grootegast, draaide de autosleutel om, de motor sloeg af, ik deed mijn gordel los en brieste nog één keer naar mijn vrouw:
“Swifterbant…”


Aankomend weekend is het Nationale Molendag. Ja, niet in Swifterbant. Gewoon mooie, oude, authentieke molens zoals in Grijpskerk: De Kievit en De Westerhornermolen.
Het is voor mij hét moment om even langs te gaan.
Als Smalrug is het gewoon een leuke belevenis om naar binnen te gaan, zelfs al is het de zoveelste keer. Soms, als ik achter het huis sta en ik zie Oege, zwaai ik even naar hem. Hij ziet het altijd en zwaait altijd terug.
Op zo'n mooie hete zaterdag roep ik dan nog weleens:
“Zet de waaier maar aan. Draaien met die hap!”


Door een bezoek te brengen aan de molens in Grijpskerk krijg je vanzelf uitleg van de molenaars Oege en Mark, die vol passie vertellen over de werking ervan.
Het is ook leuk om met kleine kinderen te gaan.
Ik heb het nu al een paar keer gedaan en ze genieten er enorm van: de verhalen, de geschiedenis, de werking ervan. Nederland is nou eenmaal het land van molens.


Ik kijk er alweer naar uit om een kijkje te nemen.
En als Smalrug moet dat eigenlijk ook wel een keer.
Als je op vakantie bent, sta je ook ineens bij een mooie molen of andere bezienswaardigheid te kijken.
En het gekke is: vaak tref ik mensen die er hun hele leven al wonen, maar nog nooit naar binnen zijn geweest.
Weet u, dan valt mijn mond van verbazing weer open!
En dat laat u toch als Smalrug niet gebeuren?
Want stel: u spreekt ooit iemand en zegt:
“Ik kom uit Grijpskerk,”
en diegene zegt dan:
“Ik ben daar een keer in de molen geweest, was prachtig.”
Het kan toch niet zo zijn dat u dan moet zeggen:
“Uuuh... ben ik eigenlijk nog nooit geweest, eerlijk gezegd.”


De molens zijn open op 10 mei vanaf 10.00 uur tot 16.00 uur en gratis te bezoeken.

(Zondag is de Westerhorner ook open vanaf 10.00 uur tot 16.00 uur)
Swifterbant is 107 km verderop… succes!


KK